Problematiek omtrent afwijkende handhaving van registratieprocedures bij verschillende Kattenverenigingen: Korthaar Somali’s worden op Europese stambomen (afgegeven door FIFE en onafhankelijke verenigingen) als Abessijnen gedeclareerd
Russian English Italiano German
Vanaf het moment, waarop de Somali als zelfstandig ras binnen de CFA (1979) en GCCF (1991) werd erkend, was het niet meer toegestaan, deze in fokprogramma’s van Abessijnen in te zetten. Om de genenpoel te vergroten kunnen Abessijnen echter in fokprogramma’s van Somali’s worden ingezet. Daarom moeten de nakomelingen uit kruisingen van Abessijn x Somali altijd en voor onbepaalde tijd worden geregistreerd als Somali’s (ras kengetal bij GCCF = 63). In ieder geval worden bij deze twee overkoepelende organisaties de nakomelingen geregistreerd als Somali, ongeacht de haarlengte (andere zullen bekend worden gemaakt zodra ze erkend worden). De genenpoel van de Abessijn blijft zo dus vrij van nieuwe hybridisatie processen. Uiteindelijk zijn veel fokkers van Abessijnen de laatste tientallen jaren er door hard werken in geslaagd, ongewenste kenmerken (inclusief lang haar) te elimineren. Een re-hybridisatie willen de meeste fokkers van vandaag de dag (en waarschijnlijk nog minder die uit het verleden) in geen geval.
Recent is bekend geworden, dat zowel de CFF (Cat Fanciers Federation) alsook de CCA (Canadian Cat Association) voor import-Abessijnen uit andere verenigingen inzage vereisen over 8 generaties, omdat menig fokker zijn zorg heeft geuit t.a.v. een Somali achtergrond bij een aantal importen. Sommige stambomen met Somali achtergrond moesten dienovereenkomstig worden herzien. Bij de CCA worden verparingen tussen Somali’s x Abessijnen nu altijd als Somali’s (langhaar of korthaar, afhankelijk van het fenotype) geregistreerd. (raadpleeg ook de CCA tentoonstellingvoorwaarden aan het einde).
Helaas hanteren niet alle verenigingen dezelfde registratievoorwaarden. De Fife, de grootste dakorganisatie voor kattenregistratie in Europa, registreert kortharige nakomelingen uit deze twee verschillende rassen gewoonweg als Abessijn (de stamboom, dat de Somali uit de verparing van twee Abessijnen stamt, welke op hun beurt weer kortharige Somali’s zijn uit de eerste en tweede generatie. Kijkt u zelf maar voor een ander voorbeeld aan de hand van stamboom 2). Hetzelfde geldt voor alle onafhankelijke verenigingen in Europa, met inbegrip van LOOF in Frankrijk. De meeste ervaren fokkers in Europa zijn op de hoogte van deze ongelukkige praktijken. Zij hebben geleerd hybriden in de stambomen te herkennen en er zich van te distantiëren.
Toen na de eeuwwisseling het fokken van katten steeds internationaler werd, ontstond er een nieuw probleem: menig fokker van Somali / Abessijn hybriden proberen de CFA registratieregels te omzeilen door hun hybriden voor de procedure van uitgifte voor gecertificeerde stambomen eerst dan te laten registreren, nadat de inkruising van Somali niet meer te zien is in het vereiste aantal aan te tonen generaties. Deze eis is door de CFA vastgelegd op 7 generaties voor fokdieren en 8 generaties voor dieren die aan tentoonstellingen deelnemen. Een Somali in de 8ste generatie of een langhaargendrager in de 7de generatie is door de CFA niet meer te achterhalen en zal daarom de kat als Abessijn in het stamboek opnemen.
Doordat de meeste fokkers, waarbij Somali / Abessijn stelselmatig in de stambomen voorkomt, zich van dit feit bewust zijn, wachten ze tot de aantoonbaarheid van Somali niet meer in de stamboom te zien is, alvorens voor deze hybriden een CFA registratie aan te vragen. De fokkers, die niet vertrouwd zijn in de omgang met Somali / Abessijn stambomen, geloven nochtans, dat katten die op z´n laatst sinds 1979 bij de CFA zijn geregistreerd, vrij zijn van hybridisatie. Momenteel is dit nog meestal het geval, maar er kunnen uitzonderingen op de regels zijn, en wij zien een lichte toename van deze ontwikkeling te wijten aan de internationale handel en door het feit, dat veel nieuwe fokkers en foksters niet vertrouwd zijn met de geschiedenis van het ras. Indien u belangrijke beslissingen t.a.v. van uw fokprogramma moet nemen, zou de volgende lijst voor u van betekenis kunnen zijn. Het is niet de bedoeling een "zwarte lijst" te publiceren, het is bedoeld als informatief instrument, teneinde helderheid te verschaffen – alle katten komen als SH Somalis ook in de database van Abessijnen voor! Belangrijke aantekening: Op sommige SH Somali stambomen komen namen van beroemde catteries voor; men kan echter niet zonder meer veronderstellen, dat deze fokkers met het gebruik van hun katten voor dergelijke fokprogramma´s ingestemd hebben. Ook werden niet alle fokkers gewezen op het feit, dat hen een hybride kat werd verkocht, als zijnde een zuiver ras! Als u een bekende naam in de volgende lijst opvalt, neem dan a.u.b. eerst contact met de cattery op, teneinde een gesprek aan te gaan, alvorens beschuldigingen te uiten! Ondertussen heeft een aantal mensen besloten, dergelijke katten onmiddellijk uit de fok te nemen, nadat ze zich hiervan bewust waren!
Elke stamboom, waaruit blijkt, dat na 1980 Somali is ingekruist, kan een geweldige aanvulling voor een fokprogramma van Somali betekenen! In plaats van het besluit te nemen, uw korthaar Somali te laten kastreren of te laten steriliseren, is het misschien een alternatief om deze kat aan een serieuze Somalifokker aan te bieden. U dient er zich echter van te overtuigen, dat alle nakomelingen als Somali worden geregistreerd.
Geen beschuldigingen dus aan het adres van de CFA, zij registreren de importen zo veel mogelijk volgens de momenteel geldende regels! Maar, bij registratie d.m.v. een gecertificeerde stamboom wordt slechts de kat in kwestie in het stamboek opgenomen en voldoet dienovereenkonstig aan de fokstandaards van de CFA, n.l. dat minstens gedurende 8 generaties uitsluitend ABY x ABY verpaard werden in één van de vier erkende kleuren. De ouders en voorouders, tenzij reeds zelf CFA geregistreerd, verkrijgen op deze wijze GEEN CFA registratienummer; er moet dus voor iedere voorouder dezelfde procedure worden gevolgd, totdat alle voorouders volgens dezelfde richtlijnen in het CFA stamboek zijn opgenomen. Indien u een gecertificeerde CFA stamboom heeft, waarin katten voorkomen zonder registratienummer van de CFA, kan dit een aanwijzing zijn, dat deze mogelijk niet volgens de erkende CFA registratieregels werden gefokt. Als u een kat van een andere overkoepelende organisatie wilt importeren, zou het het beste zijn, als de fokker/fokster elke kat zonder CFA Registrierungsnummer bij de CFA laat registreren, aangezien dit de enige manier is om vast te stellen, dat alle voorouders volgens de voorschriften van de CFA zijn gefokt. De gedetailleerde informatie voor deze procedure vindt uhier. Nogmaals: alleen, wanneer elke voorouder in een stamboom ook door de worp is geregistreerd, kunt u er zeker van zijn, dat de CFA registratieregels in acht werden genomen.
Ook al kan vandaag de dag een drager van het langhaargen door een DNA test worden aangetoond, zullen de meeste serieuze fokkers hun fokprogramma niet willen baseren op tests voor individuele fenotypische kenmerken (omdat deze slechts een klein onderdeel vormen van wat een ras definieert), maar willen liever verwijzen op voorouders van zuivere afkomst. Rassen worden niet bepaald door genen en derhalve ook niet door genetische tests. De genen bepalen slechts de lengte van de vacht, de kleur, een bepaald patroon, enz. echter niet het ras! Oftewel, m. a. w., het gen voor de kleur blauw is bijvoorbeeld voor elk ras hetzelfde of het nu Russisch Blauw, Abessijn, Main Coon, Perser of welk ras dan ook betreft! Dus zijn een zwarte Maine Coon en een zwarte Noorse Boskat of zelfs een zwarte Perser genetisch identiek (wat de kleur en vachtlengte betreft): een unikleurige, langharige zwarte kat! Alle raskatten zijn genetisch katten. Rassen onderscheiden zich en/of worden bepaald door hun geschiedenis, hun traditie, de rasnormen en de voorouders, geselecteerd naar dezelfde eigenschappen, enz. en niet door de genen. Een zwart getickte kortharige kat met een slank postuur, is niet automatisch een wildkleurige Abessijn door het feit dat het een zwart getickte kortharige slanke kat is; daar is wel het één en ander meer voor vereist!
Gelukkig is de Abessijn tot heden een geliefd ras, dat wereldwijd bekend is en daardoor is de genetische verscheidenheid potentieel op een voldoende hoog niveau. Dat betekent ook, dat als het volledige potentieel aan beschikbare fokdieren wordt ingezet, er geen reden is voor het inkruisen van andere rassen. Daarom is er momenteel geen noodzaak om Abessijnen te hybridiseren, zoals het in de jaren ’60 het geval was, toen Abessijnen in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog bijna niet meer voorkwamen en daarna het FeLV virus het ras bijna volledig had uitgeroeid. Bij de meeste van de ondergenoemde katten werd in de jaren 1999-2000 weer Somali ingekruist. Dus is niet de generatie het kritieke punt, waar de Somali (of een ander ras) werd ingekruist, maar het jaar van de inkruising! Wij allen zouden moeten weten, dat alle rassen met inbegrip van de Abessijn voortkomen uit een kunstmatige selectie door mensen. De ras-typische vachtstruktuur van de Abessijn wordt dominant vererft en dus was er slechts één kat met een ticking voor nodig, om het ontstaan te verduidelijken. Maar het feit dat de Abessijn vroeger uit Siamees, Russisch Blauw, Burmees, langhaarige katten, huiskatten enz. is onstaan, rechtvaardigt niet de herhaling van dergelijke praktijken 40 tot 60 jaar later! De genenpoel van de Abessijn is nu groot genoeg, om uitsluitend Abessijn x Abessijn te verparen, zonder dat dit tot gezondheidsproblemen leidt. Aan de andere kant is ook het fokken van hybriden geen garantie voor de gezondheid van de nakomelingen.